dinsdag 18 april 2017

Je ziet het pas als je het ziet




Heb ik hier nog iets aan toe te voegen?


Misschien. Ik kan proberen om iets van de betovering over te brengen. Want dat gevoel heeft niks met het plaatje (een foto waar fototechnisch van alles op aan te merken is) te maken.


Ik richt mijn camera op een hommel die nectar zuigt uit de pinksterbloemen in mijn tuin. Ik ben best trots op die bloemen. Ik had wel eens zaad verzameld van pinksterbloemen en dat in mijn tuin uitgestrooid. Jarenlang had ik twee, drie, soms wel vijf pinksterbloemen. Dit jaar zomaar opeens 27 bloemstengels! Ik zit een beetje te klungelen met scherpstellen op de hommel en heb al heel wat foto’s gemaakt als er in mijn ooghoek iets beweegt. Dan zie ik het pas: op de bloem ernaast zit een oranjetipje. Hij zit behoorlijk pontificaal bovenop de bloem en toch had ik hem niet gezien! Hij zit te koukleumen. Het is nog vrij vroeg, de zon geeft nog niet veel warmte.
In dit geval is peterselievlindertje een betere naam. Met de vleugeltjes dicht valt hij haast niet op. Je ziet het pas als je het ziet! Een dag eerder vond iemand met een scherpere blik dan ik er één op fluitekruid. Dáárop is de camouflage perfect.




Ik ga er eens rustig voor zitten en maak foto na foto, hoewel er niet veel beweegt of verandert. Het is licht verslavend, zo’n prachtig vlindertje. In mijn enthousiasme ben ik net tot de conclusie gekomen dat hij zó, van de peterselie-zijde met dichtgeklapte vleugels, het mooiste is, als hij de vleugels een tikje opent…

Bloesem







De eerste bloesem in mijn tuin!  De slingers hangen aan de bomen voor het verjaardagsfeestje van de pruimenbomen. Alle vrienden zijn uitgenodigd. Het gonst van de honingbijen rondom de bloesemtakken. Ik probeer er een op de foto te krijgen terwijl ze op een bloem zit, maar wat een haast, wat een haast hebben ze. Een bloembezoek duurt minder dan een halve seconde en voordat ik de camera ingezoomd heb, is de bij alweer gevlogen. En voor de geduldstactiek, dat wil zeggen: de camera ingezoomd en ‘schietklaar’ op één bloem gericht houden en wachten tot er een bij op landt, heb ik zelf dan weer teveel ‘haast’. Maar de gehakkelde aurelia, net wakker uit haar winterslaapje dat zij ergens, vermomd als dor blaadje, verborgen in een takkenhoop of zo heeft gedaan, zuigt met genoegen langdurig van de nectar. De roltong wordt kalmpjes in de bloemkelk gedoopt en er wordt aandachtig gedronken. Dan draait ze (het kan ook een hij zijn) haar lichaam een stukje en steekt de tong nog eens in de bloem, misschien om beter bij het laatste restje te komen. Een stukje opschuiven en de volgende bloem is aan de beurt.


april 2017