dinsdag 27 augustus 2019

Nachtvlinderval


Op de stoel tegenover me landt een koolmees. Hij kijkt even om zich heen en springt dan op de grond.
Daar heb ik net een eierdoos met nachtvlinders uit de nachtvlinderval leeg geklopt. Even later vliegt de
mees in een struik en begint te eten.


Hij klemt het vlindertje onder zijn poot, trekt de twee vleugels eraf en peuzelt dan hapje-voor-hapje
het lichaam op. Er volgen nog een paar vluchten naar de grond, waar ik de nachtvlinders tussen de
maagdenpalm heb losgelaten, en weer naar de struik voor het verorberen van een snack.
Zo kom ik tijdens een vredig karweitje als het bekijken, fotograferen en loslaten van de nachtvlinders
die vannacht in de val zijn gevlogen, in grote tweestrijd. Moet ik de eierdozen met nachtvlinders ergens
anders uitkloppen op een plek met meer begroeiing? Of moet ik de koolmees helpen? Ik bedenk me dat
ik elke ochtend drie handjes vogelvoer op voerplankjes doe en kies voor de nachtvlinders. De volgende
eierdoos zal ik onder hoge struiken uitkloppen.
Ik pak een nieuwe eierdoos en fotografeer de meeste vlinders als ze in de doos zitten. De vlinders die
zich verstopt hebben in de holtes vis ik met een takje eruit en zet ze onder een glazen potje. Zo kunnen
ze weer rustig worden en dan kan ik ze op de foto zetten. Terwijl ik hiermee bezig ben zie ik in mijn
ooghoeken de koolmees op een stoel landen. Het komt niet vaak voor dat een koolmees zo dichtbij
zit en ik richt mijn camera op hem. 


En hoppa…




Daar gaat een bleke grasuil!


Augustus 2019


Au!

Rode celspin


Buiten is het 31 graden. Zelfs in huis is het met 27 graden erg warm. De koelste plek is de kelder. Leek
me daarom een goed idee om de kelder schoon te maken. Normaal heb ik daar geen zin in, maar tijdens
een hittegolf is het niet onaangenaam.
Ik doe dat altijd met respect voor de spinnen die daar wonen (geen stofzuiger maar veger en blik), maar
vandaag moet ik pardoes op een spin getrapt hebben. Ik voel een steek in mijn kleine teen -ik ben op
blote voeten- en zie iets in een hoekje kruipen. Lege glazen potjes staan hier in overvloed en ik zet er een
over het steekbeest. De pijn van de steek valt trouwens heel erg mee, maar ik ben wel nieuwsgierig welk
beestje de moed heeft om een reus aan te vallen.
Het blijkt een spin van ongeveer één centimeter groot. Met hulp van een fotoherkenningsprogramma
kom ik te weten dat het een rode celspin is en wikipedia helpt me verder. Hij eet pissenbedden en is
daarom toegerust met grote kaken en giftanden. Omdat pissenbedden niet hard lopen, hoeft deze spin
dat ook niet te kunnen. Maar als hij klem komt te zitten, valt hij ook reuzen aan. De beet kan flink pijnlijk
zijn, en duizeligheid of misselijkheid veroorzaken, lees ik allemaal.
Wat heb ik toch weer geluk gehad (om dit allemaal te mogen meemaken)!

Augustus 2019

zondag 25 augustus 2019

Dubbel pech

Heideblauwtje vastgekleefd aan kleine zonnedauw


Kleine zonnedauw is een heel klein plantje dat veel voorkomt op de plagplekken die in de heide zijn
gemaakt om het pijpenstrootje terug te dringen. Verder is het plantje trouwens zeldzaam in Nederland,
omdat drassige grond zeldzaam is Nederland...
Kleine zonnedauw is een van de eerste planten die zich op de kale grond vestigt. Door het plaggen is de
grond voedselarm. Zonnedauw heeft daar een list voor: door kleine spinnetjes en vliegjes te vangen met
de kleverige tentakels en deze te verteren, komt het plantje aan extra mineralen. 
Het heideblauwtje is maar een héél klein vlindertje. De vleugel is ongeveer één centimeter lang. Je
moet je dus voorstellen dat het dode heideblauwtje op de foto een vierkante centimeter groot is. Maar
in de wereld van de zonnedauwtjes is het heideblauwtje een fladderende reus. Het pootje dat gevangen
zit in een dichtklapt blaadje zal wel verteerd worden, maar verder heeft de zonnedauw niks aan deze
reuzevangst. Twee keer pech dus.

Teddybeer met vleugels

Bont dikkopje zuigt nectar uit de bloem van een braam


Dit is heel erg wat ik nu ga zeggen, maar sommige vlinders ga je pas waarderen als je de foto ervan
bekijkt. Dat geldt onder andere voor het bont dikkopje. Op de foto lijkt het een teddybeer met vleugels.
Zo schattig, daar wil je wel honderd kilometer voor rijden om die te zien! 
Maar het is maar een klein vlindertje met onopvallende kleuren dat niet opvalt als je er vlak langs loopt.
Ik heb het vlindertje jarenlang nietsvermoedend over het hoofd gezien. Het komt voor in een heidegebied
waar ik heel regelmatig mijn honden uitlaat. En hoewel ik altijd op vlinders let, heb ik dit bonte dikkopje
nooit opgemerkt. 
Toen ik een paar jaar geleden op waarneming.nl opzocht waar het voorkomt, zag ik -tot mijn grote
verbazing- dat het vlak bij mijn woonplaats, in die heide waar ik dus al jaren met mijn honden wandel,
was waargenomen.. Vlak langs een pad dat ik altijd neem, dus geen excuus.
Ik ging meteen zoeken, maar kon het niet vinden. Pas een jaar later lukte het!
Sinds twee jaar help ik mee met het inventariseren van dit vlindertje. En nu begin ik er ‘oog’ voor te
krijgen. Gelukkig!

Mei 2019

vrijdag 23 augustus 2019

Rotte pruimen

Atalanta steekt zijn/haar tong in een rotte pruim


Netjes is nooit een doel in mijn leven geweest. Gelukkig maar, het scheelt een hoop kostbare tijd en
levert veel wildlife op in huis, tuin en keuken. 
Zo is er in mijn rommelige tuin altijd iets te zien! Onder de fruitbomen liggen nu veel afgevallen pruimen,
met butsen en gaten, rottend, gescheurd of door een schoen tot moes getrapt. Een magneet voor vliegen
en wespen. Menigeen zou het zover niet laten komen en de boel in de groenbak kieperen.
Maar dan loop je de atalanta’s mis! Daarvan vliegen er vaak vijf, zes of nog meer op als ik onder de
pruimenboom doorloop. Zij feest, ik ook!

Augustus 2019

woensdag 21 augustus 2019

Vloekende vlinders

Vloekende distelvlinder


De heide bloeit. Het zoemt van de bijen en er fladderen tientallen atalanta’s en distelvlinders rond.
Het lijkt een idylle maar dat is het niet. Libellen scheren over de heide, op jacht naar kleine insecten.
Ook onder de ogenschijnlijk toch zo lieve vlinders botert het niet helemaal. De distelvlinders jagen
de atalanta’s weg als ze te dicht in de buurt komen. Terwijl er toch bloemen genoeg zijn… 
En als de rust dan is weder gekeerd en beide vlinders neerstrijken op een ‘eigen’ heidetak, hun tongen
één voor één in de kleine bloempjes dopend, is het nog steeds de schijn die bedriegt. Deze atalanta’s en
distelvlinders zijn trekvlinders. Ze hebben een lange reis voor de boeg naar Spanje of Marokko.
Misschien komen ze zelfs al uit Scandinavië gefladderd. Dit heideveld is een tankstation, geen pretpark.
Het genoegen is dus geheel mijnerzijds, mens, toeschouwer, buitenstaander, buitenmens. Zoemende
heide, fladderende vlinders: ik geniet van de overweldigende rust! Ik maak foto’s van de bijtankende
vlinders. Tevreden over het resultaat laat ik ze ‘s avonds aan J zien. “Vind je de foto’s niet wat onrustig
met al die heideplanten op de achtergrond?”, vraagt hij. En ook: “Die kleuren van de vlinders vloeken
nogal met het roze van de heide”!


Augustus 2019

Vloekende atalanta