donderdag 16 juli 2020

Een wu-weitje



Anders dan de afgelopen twee zomers, toen het wilde bloemenweitje eruit zag als een dorre prairie, is
het er dit jaar vol met bloemen, zoemen en tjirpen. Een foto is maar een heel flauw aftreksel daarvan.
Zoveel bloemen, en ik heb er niks voor hoeven doen. Bijna niks. Het ‘meanderend maaien’ met de zeis
in de herfst heb ik gedelegeerd. Het enige wat ik doe is meanderend er doorheen waden en af en toe een
beetje zaaien. Ik verzamel zaadjes uit bermen en strooi die uit in molshopen en het kale stukje grond waar
de tent heeft gestaan. Die meandert als het ware ieder jaar naar een ander plekje in het weitje. Waar eerst
mijn slaapmatje lag, blijft een zaaibedje over, zonder dat ik de bodem hoef te verstoren.
Wat ik vooral doe is niks-doen. Niet schoffelen of wieden. Niet verticuteren. Niet sproeien. Niet
bemesten. Vooral niet ijverig of netjes willen zijn. En niet naar mijn hand willen zetten.
Kijken wat er gebeurt. Hoe alles verandert. Opbloeit of wegkwijnt. Kijken wat er fladdert, kruipt of
zweeft. Hoe de insecten nectar slurpen, stuifmeel of elkaar opeten. Hoe ze, ondergestoven met pollen,
de bloemen bestuiven of wederom elkaar. 
Ik kan het iedereen aanbevelen, ook de mensen uit Rusland, Polen of Oekraïne die regelmatig deze
blog bezoeken, kennelijk aangetrokken door verhalen en foto’s over 'bloemetjes en bijtjes'.
Een wu-weitje.


Over wu-wei in Wikipedia:
Wu wei is een grondstelling in het taoïsme dat een begrip inhoudt van weten wanneer wel te handelen
(i.a.w. actief op te treden) en wanneer niet te handelen. De letterlijke betekenis van wu wei luidt: "niet
doen". Het paradoxale begrip wei wu wei, "doen niet doen" of "handelen door niet te handelen", kan men
interpreteren door het "niet handelen tegen de aard der dingen in" of "het handelen zonder gehechtheid
aan het resultaat".


Over meanderend maaien:

Juli 2020

dinsdag 14 juli 2020

Bliksembezoek




Als het om vlinders in mijn tuin gaat, ben ik best wel hebberig. Ik wil er heel veel. En heel veel soorten
ook nog. De tuinvlindertelling is wat dit betreft heel bevredigend. 
Vooral als ik tijdens de telling opeens iets zie wat ik niet elke dag zie. Gisteren vloog de koninginnepage
15 seconden in mijn tuin. Niet lang genoeg voor een scherpe foto, maar niet getreurd. Altijd een eer om
de koningin op bezoek te krijgen.
Wie ook een bliksembezoek bracht: de kolibrievlinder. Tien seconden. Een veeg op de foto, maar wat een
tong!



Even daarna is het opnieuw raak bij de vlinderstruik: een kleine parelmoervlinder!!! Ik ga net weg om
boodschappen te doen, laat alles uit mijn handen vallen en ren het huis in om de camera te halen. De
parelmoervlinder is er nog. Maar: de geheugenkaart van de camera zit nog in mijn computer. Weer
terug naar binnen. En dan is de vlinder gevlogen. Hopend dat hij nog terugkomt ga ik bovenop de auto
zitten, van waar ik goed uitzicht heb op de vlinderstruik. J vindt dit nogal grappig en maakt er een foto
van om rond te sturen naar onze kinderen. Hebben die ook iets te lachen. Ik lach een beetje mee, maar
eigenlijk zit ik te knarsetanden: de kleine parelmoervlinder laat zich niet meer zien. Of nou ja: de kleine
parelmoervlinder was zeker een minuut in onze tuin.


Eigenlijk valt er niets te lachen

Juli 2020

Een hoger doel


Een bericht in mijn mailbox: Ben je klaar voor de tuinvlindertelling? Joepie. Ik mag weer! 
Ook al ‘mag’ ik elke dag vlinders tellen in mijn tuin, ik doe het niet. Het blijft bij af en toe een haastig
rondje. Maar als de tuinvlindertelling begint (sinds vorig jaar verlengd van één weekeinde naar een hele
maand!!!) komt er opeens systeem in mijn leven. Zodra de zon schijnt pak ik mijn grijs gemarmerd
notitieboekje, pen & verrekijker en stap de tuin in. In mijn notitieboekje verschijnen turfjes achter de
afkortingen van vlindernamen. 
Ik heb het duwtje van de tuinvlindertelling nodig (het idee dat het ergens goed voor is) om me te
verliezen in het vlinders kijken. Gewoonlijk als ik door de tuin loop zie ik de klusjes die ik nog allemaal
moet doen. Nu zie ik leuke verrassingen: een regenworm van wel 15 centimeter lang, een spin met
babyspinnetjes, een grote zweefvlieg (blijkt ‘stadsreus’ te heten), parende kevers. O, en vlinders natuurlijk. 
De camera laat ik in huis liggen, er moet wel serieus ‘geteld’ worden vind ik! Maar dan krijg ik een
witje in de kijker en begin te twijfelen: is dit misschien het scheefbloemwitje? Ik herinner me opeens
dat die een ‘holle’ zwarte vlek heeft. Ik haal de camera om het later rustig uit te kunnen zoeken en maak
foto’s. Die holle vlek is goed te zien. Nog wat foto’s. De vleugelrand is niet recht maar licht gebogen,
inderdaad, ook een kenmerk van het scheefbloemwitje. Nog wat foto’s. Ik prijs mezelf in gedachten:
goed gezien! Je eerste scheefbloemwitje!
Achter de computer blijkt dat ik 39 foto’s heb gemaakt van wat ik denk dat mijn eerste scheefbloemwitje
is. Maar al op de eerste foto zie ik, wat ik in mijn opwinding buiten alsmaar niet zag: de aders zijn
duidelijk zwart bestoven: een klein geaderd witje. Wel een beetje dom. Maar goed, ik ben leuk bezig
geweest, voor een hoger doel. Een extra turfje voor het klein geaderd witje. 


klein geaderd witje


Juli 2020