Aangename temperatuur, maar de hele dag bewolkt. Geen vlinderweer dus, wel wandelweer. Omdat ik nog
iets moet ophalen in Arnhem, besluiten we in de Veluwe te gaan wandelen.
Ik heb een wandeling uitgezocht op het aantal kilometers.
Op een bankje kletsen we wat, eten een boterham, drinken thee.
Een dame parkeert een fiets naast het bankje, trekt een fluorescerend geel hesje aan en wandelt de hoek om.
We slaan geen acht op haar.
Zoals dat wel vaker gaat als je wandelt: je bent meer bezig met je eigen kletsverhalen (en de routebeschrij-ving) dan met je omgeving.
Als we verder gaan, zie ik de dame met het gele hesje weer. Ze wandelt in een langzaam tempo door
het hoge gras, notitieboekje in de hand. Ik herken mezelf opeens in haar: een natuurvrijwilliger!
“Waar bent u naar op zoek?”
“Vlinders” zegt ze.
“O wat leuk! Gaat het om een speciale vlinder?”
“Ja, de bosparelmoervlinder als u dat wat zegt.”
Ik verslik me. De bosparelmoervlinder!!!! Die staat nog op mijn verlanglijstje. Ik voel de opwinding omhoog
borrelen.
Maar dan vertelt ze dat dit niet zo’n goede plek ervoor is, en het weer ook niet. “Bosparelmoervlinders houden
van zon en warmte. Met 20 graden vliegen ze nog niet. Eerder een graad of 25. Als de zon even tevoorschijn
komt, halen we dat net vandaag.”
De lucht is grijs. We kletsen (o jee) over van alles en nog wat.
Dan breekt de zon door en zie ik in mijn ooghoek een vrij donker-oranje vlindertje. Achteloos zeg ik: kijk,
een vlinder.
“Dat is ‘m!” zegt ze kalm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een bericht achterlaat!