dinsdag 5 april 2016
De naam van het beestje
De eerste keer dat ik een eikenpage vond, in 2002, zat hij op een blaadje in de beukenheg. Het was toeval dat mijn oog erop viel. Hij zat met dichtgeklapte vleugeltjes. Ik had geen idee welke vlinder het was, maar verbaasde me over de subtiele kleuren van dit kleine vlindertje. Ik had net De Nieuwe Veldgids Dagvlinders van Wynhof e.a. gekocht en vond deze aankoop meer dan de moeite waard toen ik de naam van het beestje wist te vinden. Het druist tegen alle regels van het natuurbelevingsonderwijs in, waarin gehamerd wordt op zintuiglijke ervaring als basis voor plezier, maar voor mij geldt dat meer kennis, al is het maar zoiets oppervlakkigs als de naam van het beestje, gepaard gaat met meer plezier. Het bladeren in een boek is trouwens ook een zintuigelijke ervaring!
De tweede keer was in 2008. Ik had mij in ons tuinhuis teruggetrokken om voor een toets te leren. Het was begin juli en bloedheet. Elke namiddag dansten zo'n zes tot tien kleine vlindertjes onder het lover van de kersenboom die vlak bij het tuinhuisje staat. Van leren kwam weinig meer terecht, want ik probeerde de fladderende vlindertjes op de foto te krijgen, wat nooit lukte. Bij een bepaalde lichtinval waren de vleugeltjes van een ultramarijn-blauwe kleur die zich moeilijk prijsgaf, maar na een kanteling leek het eerder zwart. De Veldgids bracht opnieuw verlossing: het waren eikenpages. De mannetjes hebben een grote blauwe vlek op de bovenkant van de vleugels; de vrouwtjes zijn bruinzwart. In 2002 had ik alleen de onderkant van de vleugeltjes gezien, in 2008 de bovenkant!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een bericht achterlaat!