Een van de meest algemene vlinders
en drie verdwenen namen
Vorige week vond ik op een boekenmarkt een serie oude natuurboekjes met de mooie titel ‘Wat leeft en groeit’. Het waren 21 deeltjes met onderwerpen als zoogdieren, vogels en vlinders, maar ook andere beestjes als wormen, wantsen en holtedieren, waardoor ik voor tien euro de kans kreeg om een paar van mijn blinde vlekken weg te werken. Áls ik ze ga lezen, want helaas blijven veel boeken als mooie goede voornemens op de plank staan. De boekjes zijn tussen 1939 en 1951 verschenen, oorlog of geen oorlog, schrijvers en lezers blijven geïnteresseerd in wat er zoal leeft en groeit.
Voorlopig heb ik alleen de twee deeltjes over de vlinders doorgebladerd. En ik zie dat ik voor die tien euro in een klap alle zeventien inmiddels uit Nederland verdwenen dagvlinders heb ‘teruggevonden’. En niet alleen verdwenen vlinders, maar ook verdwenen vlindernamen vind ik hier op de vergeelde bladzijden. Het oranje posthoorntje, veengeeltje, Nijmeegse kapel, het dravik-dikkopje: soorten die je nog steeds in Nederland kunt zien, alleen de welluidende namen zijn verdwenen.
Bronnen
Afbeelding: tekening van Sjoerd Kuperus op p. 66 van Vlinders I (Deel 21 van ‘Wat leeft en groeit’, red. Rinke Tolman), Utrecht z.j.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een bericht achterlaat!