woensdag 8 februari 2017

There is a hole in the bucket

Mijn plan (of nou ja, noem het wens, of droom) om alle Nederlandse dagvlinders te zien, althans de standvlinders, zou ik trendy mijn bucket lijst kunnen noemen. Toen ik hiermee begon in 2012, waren er in Nederland 54 standvlinders, waarvan 31 soorten op de Rode Lijst staan. Omdat ik jaarlijks maar een paar nieuwe soorten gevonden krijg, gaat het wel even duren voor ik die lijst heb ‘afgewerkt’. Dat is wat mij betreft geen enkel probleem, hoe langer, hoe liever zou ik zeggen.
Alleen: er zit een gaatje in die emmer. Zo lees ik bijvoorbeeld op vlindernet dat er 53 standvlinders zijn. Schijnbaar is in de tussentijd één van die 54 dagvlinders uit Nederland als standvlinder verdwenen. Ik heb geen idee welke…. Want volgens de informatie die op de soortenpagina’s staat, zijn ze er nog alle 54, al wordt bij de grote vos gezegd dat deze “waarschijnlijk binnenkort” zal verdwijnen en bij de veenbesparelmoervlinder dat deze “acuut met verdwijnen wordt bedreigd”.
Hoe langer ik treuzel, hoe minder vlinders er zijn, hoe sneller ik door mijn emmer heen ben…


Daar kwam vandaag dit slechte nieuws bij:



Wat een noodtijding! En dat terwijl in Drenthe het kleinste aantal inwoners per vierkante kilometer woont, én Drenthe de meeste natuur per inwoner heeft…..

Oppervlakte natuur per inwoner, 2000


Als reden voor deze achteruitgang van vlinders wordt, zoals de kop al zegt, genoemd dat er teveel gemaaid en/of bemest wordt, waardoor er geen bloemen meer staan in de weilanden en bermen.
Hoe moet het dan wel niet met de rest van Nederland gesteld zijn?! Dat vroeg de journalist zich ook af, maar het antwoord dat hij kreeg, klinkt voor mij weinig geruststellend: de argusvlinder die tot ongeveer tien jaar geleden een algemene soort was in Nederland, maar nu uit vrijwel heel Nederland (en Drenthe) is verdwenen, handhaaft zich in de duinen. En soorten als dagpauwoog, citroenvlinder en gehakkelde aurelia’s doen het goed in tuinen en dus ook in een stedelijke omgeving.
Dat laatste is als geruststelling voor de lezer bedoeld. Mensen maken zich vaak drukker over de koolmees en dagpauwoog in eigen tuin, dan over de baardmannetjes in de voor Nederland o zo typische rietvelden en gentiaanblauwtjes in de o zo typische heidevelden. Dus, beste mensen, geen zorgen over uw dagpauwoog!
Ter verdere geruststelling wordt genoemd dat steeds meer consumenten voor natuurvriendelijke producten kiezen. Dat is inderdaad goed nieuws, maar een marktaandeel van biologische producten in Nederland van 3% blijft natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat.
Dus: als tegenwicht tegen dit soort zoetsappige journalistiek stop ik hier, zodat dit slechte nieuws eerst kan inzinken.


Wordt vervolgd: DE VELE V’S


Februari 2017


Bronnen
Het krantenbericht staat in Trouw, 7 februari 2017, Verdieping p. 9


De grafiek over Oppervlakte natuur per inwoner is afkomstig van CBS:

Het marktaandeel van biologische producten: https://www.foodholland.nl/dossiers/biofood/home.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik vind het leuk als je een bericht achterlaat!