Icarus kreeg van zijn vader vleugels om te kunnen ontsnappen van het eiland Kreta waar hij gevangen werd gehouden, maar hoogmoed kwam ten val. Hij vloog steeds hoger, de was waarmee de veren waren vastgemaakt smolt door de hitte van de zon en hij stortte in zee. Dat zal mij niet gebeuren. Als huisvrouw heb ik mijn emancipatoire doelstellingen klein gehouden. Ik ben meer iemand die wat rondscharrelt in huis, tuin en keuken, dan dat ik mijn vleugels uitsla en naar grote hoogten reik.
Maar voor de tuin had ik toch wel een ambitieus plannetje. Ik wilde een bloemenweitje, een kleine vlinderoase. Voor een aantal vlinders hoef je niet veel te doen: een vlinderstruik en een paar koolplanten en de rest komt vanzelf. Maar ik reikte hoger. Mijn huis wordt omringd door paarden- en koeienweiden, waarin op een enkele boter- of paardenbloem na geen bloem te bekennen is. Mijn tuin moest de oase zijn in deze groene woestijn. Misschien zou ik dan ooit het icarusblauwtje in mijn tuin zien.
Icarusblauwtjes, hun naam ten spijt, zijn geen hoogvliegers. Ze fladderen laag over het gras, op zoek naar klavers, liefst rolklaver, om eitjes op te leggen. Een weitje met wat rolklaver en andere bloemetjes, het leek me niet moeilijk te realiseren. Volgens de adviezen zouden de bloemen vanzelf komen als je door maaien en het afvoeren van het gras (want: stikstof) de wei verarmt. Er kwamen inderdaad bloemen, maar dan vooral de bloempluimen van gras. Dat was even slikken, maar bloeiend gras is ook heel mooi, bij nader inzien. In gedachten noem ik het mijn grasreservaat. Want waar zie je tegenwoordig nog bloeiende graspluimen wiegen in de wind? Niet in de weilanden waar het gras wordt gemaaid voordat het bloeit en ook niet in de wegbermen, nu de mensen uit mijn dorp -en andere dorpen neem ik aan- met zitmaaiers en bosmaaiers in een handomdraai de berm voor hun huis maaien. Twee weken geleden zag ik toevallig dat mijn buurman met de zitmaaier bezig was de berm voor míjn huis te maaien. Ik rende naar buiten en bedankte hem voor het vriendelijke gebaar, maar, zei ik, ik vind dat hoge gras juist mooi. Hij rolde van verbazing haast van zijn maaier af. “Wil je niet dat het er netjes uitziet?” Een gewetensvraag voor de meeste huisvrouwen, maar niet voor mij. Ook op dit vlak zijn mijn ambities niet hoog. Ik heb niks met netjes. Ik hou wel van hoog gras met bloempluimen.
Maar twee jaar geleden flakkerden de ambities toch weer op. Ongeduldig kocht ik een zakje inheemse bloemenzaden. Verse molshopen gebruik ik sindsdien als zaaibedje voor een snufje van dit peperdure zaad.
En zie: daar verschijnen hier en daar bloemetjes! Ik zie steenanjertjes, kleine ratelaar, een paar margrieten, kamille, blaassilene, rode klaver, kaasjeskruid èn rolklaver. En vandaag -oh happy day- fladdert een klein blauw vlindertje laag over mijn grasreservaat en hij (hij is een hij) valt niet, maar landt beheerst op de rolklaver.
Icarusblauwtje op gewone rolklaver in de tuin
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Ik vind het leuk als je een bericht achterlaat!