donderdag 31 oktober 2019

Kameleonvlinder

Oranje luzernevlinder ligt (letterlijk) te zonnen


Over de wei dwarrelt een heldergele vlek: geel tegen een groene achtergrond, net zo opvallend als een
lampje in het donker. Het landt een paar meter van mij vandaan in het gras. En weg is het. Ik kijk mijn
ogen uit, maar kan de vlinder niet vinden. Langzaam loop ik in de richting waar hij geland is. En opeens,
nog geen meter voor me, vliegt hij op als een gele klodder verf. Weer landt hij in het gras en ben ik hem
kwijt. Dit herhaalt zich nóg een keer, maar dan heb ik precies gezien waar hij is geland, al duurt het dan
nog even voor ik hem zie zitten. Een klein streepje oranjegeel verraadt hem, maar als hij de vleugels over
elkaar heen schuift, is hij perfect gecamoufleerd. 
Later landt hij op het zandpad en legt de vleugels plat op het zand om maximaal te kunnen profiteren
van de zonnestralen. Ik verbaas me erover dat de onderkant van de vleugels behoorlijk opvallend
limoengroen zijn, helemaal niet grasgroen. Maar toch valt de vlinder tussen het gras niet op!
En wat een leuke bos haar heeft hij op zijn hoofd!


25 oktober 2019


Gele vlek tegen een groene achtergrond


… en weg is die (de vlinder is ietsje links onder het midden geland)


… perfect gecamoufleerd


woensdag 9 oktober 2019

De speld in de hooiberg

Rups van de heidewitvlakvlinder


Als vrijwilliger voor de Blauwe Brigade in de Kampina loop ik al een paar jaar intensief te speuren
tussen het pijpestrootjesgras. We zoeken naar de blauwe bloemen van de klokjesgentiaan (om ze te
tellen), de piepkleine eitjes van het gentiaanblauwtje daarop (ook om te tellen), de onopvallend beige
zaaddozen van de klokjesgentiaan (om zaad te verzamelen) of de ieniemienie kiemplantjes van de
klokjesgentiaan (om te zien of het zaaien succes heeft gehad). Al speurend zie je soms toevallig ander
klein grut: een vlindervleugeltje van de eikenpage (het vlinderlijfje is opgegeten door een vogel), een
cocon met eitjes van de tijgerspin, een nestje met knoopmieren of de piepkleine ronde zonnedauw.
Deze zomer had ik een voltreffer: de rups van de heidewitvlakvlinder. Een prachtig mooie rups, nog
zeldzaam ook. 






September 2019

Eerste rang

Gentiaanblauwtje legt eitjes op de knop van een klokjesgentiaan

Met z’n vijven zijn we bezig met het tellen van klokjesgentianen. Monnikenwerk, maar dan voor
vrijwilligers. Door de gentianen en de eitjes van het gentiaanblauwtje op die bloemen te tellen proberen
we vast te stellen wat het effect is van maatregelen als het zaaien van gentianen.
Iemand ziet een vlindertje fladderen. Het landt op een gentiaan. “Het is een gentiaanblauwtje” wordt
er geroepen en voorzichtig ‘sluipen’ we dichterbij. Het vlindertje scharrelt wat rond op de knop van een
gentiaan en lijkt zich niet aan ons te storen. We durven nog iets dichterbij en telefoons komen
tevoorschijn. We maken ons klein, gaan op onze knieën zitten, wrijven in onze ogen om het goed te
kunnen zien: waarachtig, ze is bezig om een eitje te leggen! Met haar achterlijf tast ze als het ware de
bloemknop af, op zoek naar het beste plekje voor haar eitje. We maken foto’s en filmpjes. We durven
amper te ademen.
Zou iemand van een afstandje een filmpje hebben gemaakt van ons, dan zou je daarop vier mannen en
een vrouw in een kring op hun knieën zien zitten, de handen gevouwen alsof ze in gebed waren (de
handen zaten om een mobieltje gevouwen), minutenlang in eerbiedige stilte.  Aanbidding van een klein
godswonder.  


Augustus 2019


donderdag 26 september 2019

Nazomer

Atalanta op bessen van de aronskelk


Het einde van de ‘gevoelsmatige’ zomer nadert, of eigenlijk: de ‘gevoelsmatige’ winter nadert. Ik vind dat
altijd een moeilijk stap. Ik troost me met de appeloogst uit mijn tuin: ik eet heel veel valappeltjes op een
dag. Mijn favoriet is de rode Gravensteiner. In de kelder liggen de bewaarappels in rijtjes op de planken.
Ik maak weer appeltaart, appelmoes, gebakken appelschijfjes, en apple-crumble. 
Soms zie ik een atalanta in de tuin opvliegen. Op de rotte appels heb ik er nog geen gezien.
Als de zon even schijnt kijk ik even of de vlinders er nog zijn. Ja, ze zijn er nog! 

September 2019

dinsdag 3 september 2019

Uit de hand gelopen hobby

Deze doodskopzweefvlieg was in huis verdwaald; gevangen met een glas en buiten vrijgelaten.




Eerst kwam er een vlinderstruik in mijn tuin. Toen look zonder look, ijzerhard, majoraan en zonnehoed.
Toen mocht J niet meer wekelijks met de grasmaaier het gazon maaien. Hij volgde een cursus maaien
met de zeis. Ik kocht een boek over vlindervriendelijk tuinieren en een vlindergids. Er kwamen nog meer
bloemen: damastbloem, herfstaster, hemelsleutel, koninginnekruid. In het verwilderde gazonnetje
zaaide ik inheemse bloemen zoals rolklaver en beemdkroon. Ik kocht een betere camera. Ging achter
vlinders aanrennen om ze op de foto te krijgen. Ging boeken lezen over mensen die iets met vlinders
hebben. Ging naar de Moerputten om het pimpernelblauwtje te zien. Ging naar de Sint Pietersberg om
het boswitje te zien. Ging naar nog allerlei plekken in Nederland om een of andere bijzondere vlinder te
zien. Ging zelfs naar de Eifel. Ging cursussen doen over insecten. Ging blogs schrijven. Werd lid van een
insectenwerkgroep. Zette foto’s op instagram. Ging nachtvlinders kijken. Eerst in eigen tuin. Maar toen
ook in de Kampina. Werd lid van een natuurwerkgroep die zich richt op behoud van het gentiaanblauwtje.
Kwam steeds meer te weten over de eigenaardige levenscyclus van het gentiaanblauwtje. Ging eitjes
tellen van het gentiaanblauwtje in de Kampina. Ging eitjes tellen van het gentiaanblauwtje in België.
Begreep, hoe meer ik te weten kwam, steeds mínder van de kwetsbare ecologie van het gentiaanblauwtje.
Ging het bont dikkopje inventariseren. Ging oude vlinderboeken uit voorbije eeuwen lezen. Ging erover
schrijven. Schreef een mail ‘op poten’ aan de gemeente over het ‘rücksichtslos’ bestrijden van
eikenprocessierupsen (en alle andere rupsen). Ging gaatjes in boomstammetjes boren voor de wilde
bijen. Kocht een bijengids. Ging een hommelcursus doen. Ging achter bijen aanrennen in mijn tuin. Ging
foto’s maken van alles met pootjes in mijn tuin. 
Tot zover de stand van zaken.

Helvoirt juni 2019

 
baby-segrijnslak op een aalbes
     
groene struiksnuitkever



     


dinsdag 27 augustus 2019

Nachtvlinderval


Op de stoel tegenover me landt een koolmees. Hij kijkt even om zich heen en springt dan op de grond.
Daar heb ik net een eierdoos met nachtvlinders uit de nachtvlinderval leeg geklopt. Even later vliegt de
mees in een struik en begint te eten.


Hij klemt het vlindertje onder zijn poot, trekt de twee vleugels eraf en peuzelt dan hapje-voor-hapje
het lichaam op. Er volgen nog een paar vluchten naar de grond, waar ik de nachtvlinders tussen de
maagdenpalm heb losgelaten, en weer naar de struik voor het verorberen van een snack.
Zo kom ik tijdens een vredig karweitje als het bekijken, fotograferen en loslaten van de nachtvlinders
die vannacht in de val zijn gevlogen, in grote tweestrijd. Moet ik de eierdozen met nachtvlinders ergens
anders uitkloppen op een plek met meer begroeiing? Of moet ik de koolmees helpen? Ik bedenk me dat
ik elke ochtend drie handjes vogelvoer op voerplankjes doe en kies voor de nachtvlinders. De volgende
eierdoos zal ik onder hoge struiken uitkloppen.
Ik pak een nieuwe eierdoos en fotografeer de meeste vlinders als ze in de doos zitten. De vlinders die
zich verstopt hebben in de holtes vis ik met een takje eruit en zet ze onder een glazen potje. Zo kunnen
ze weer rustig worden en dan kan ik ze op de foto zetten. Terwijl ik hiermee bezig ben zie ik in mijn
ooghoeken de koolmees op een stoel landen. Het komt niet vaak voor dat een koolmees zo dichtbij
zit en ik richt mijn camera op hem. 


En hoppa…




Daar gaat een bleke grasuil!


Augustus 2019


Au!

Rode celspin


Buiten is het 31 graden. Zelfs in huis is het met 27 graden erg warm. De koelste plek is de kelder. Leek
me daarom een goed idee om de kelder schoon te maken. Normaal heb ik daar geen zin in, maar tijdens
een hittegolf is het niet onaangenaam.
Ik doe dat altijd met respect voor de spinnen die daar wonen (geen stofzuiger maar veger en blik), maar
vandaag moet ik pardoes op een spin getrapt hebben. Ik voel een steek in mijn kleine teen -ik ben op
blote voeten- en zie iets in een hoekje kruipen. Lege glazen potjes staan hier in overvloed en ik zet er een
over het steekbeest. De pijn van de steek valt trouwens heel erg mee, maar ik ben wel nieuwsgierig welk
beestje de moed heeft om een reus aan te vallen.
Het blijkt een spin van ongeveer één centimeter groot. Met hulp van een fotoherkenningsprogramma
kom ik te weten dat het een rode celspin is en wikipedia helpt me verder. Hij eet pissenbedden en is
daarom toegerust met grote kaken en giftanden. Omdat pissenbedden niet hard lopen, hoeft deze spin
dat ook niet te kunnen. Maar als hij klem komt te zitten, valt hij ook reuzen aan. De beet kan flink pijnlijk
zijn, en duizeligheid of misselijkheid veroorzaken, lees ik allemaal.
Wat heb ik toch weer geluk gehad (om dit allemaal te mogen meemaken)!

Augustus 2019

zondag 25 augustus 2019

Dubbel pech

Heideblauwtje vastgekleefd aan kleine zonnedauw


Kleine zonnedauw is een heel klein plantje dat veel voorkomt op de plagplekken die in de heide zijn
gemaakt om het pijpenstrootje terug te dringen. Verder is het plantje trouwens zeldzaam in Nederland,
omdat drassige grond zeldzaam is Nederland...
Kleine zonnedauw is een van de eerste planten die zich op de kale grond vestigt. Door het plaggen is de
grond voedselarm. Zonnedauw heeft daar een list voor: door kleine spinnetjes en vliegjes te vangen met
de kleverige tentakels en deze te verteren, komt het plantje aan extra mineralen. 
Het heideblauwtje is maar een héél klein vlindertje. De vleugel is ongeveer één centimeter lang. Je
moet je dus voorstellen dat het dode heideblauwtje op de foto een vierkante centimeter groot is. Maar
in de wereld van de zonnedauwtjes is het heideblauwtje een fladderende reus. Het pootje dat gevangen
zit in een dichtklapt blaadje zal wel verteerd worden, maar verder heeft de zonnedauw niks aan deze
reuzevangst. Twee keer pech dus.

Teddybeer met vleugels

Bont dikkopje zuigt nectar uit de bloem van een braam


Dit is heel erg wat ik nu ga zeggen, maar sommige vlinders ga je pas waarderen als je de foto ervan
bekijkt. Dat geldt onder andere voor het bont dikkopje. Op de foto lijkt het een teddybeer met vleugels.
Zo schattig, daar wil je wel honderd kilometer voor rijden om die te zien! 
Maar het is maar een klein vlindertje met onopvallende kleuren dat niet opvalt als je er vlak langs loopt.
Ik heb het vlindertje jarenlang nietsvermoedend over het hoofd gezien. Het komt voor in een heidegebied
waar ik heel regelmatig mijn honden uitlaat. En hoewel ik altijd op vlinders let, heb ik dit bonte dikkopje
nooit opgemerkt. 
Toen ik een paar jaar geleden op waarneming.nl opzocht waar het voorkomt, zag ik -tot mijn grote
verbazing- dat het vlak bij mijn woonplaats, in die heide waar ik dus al jaren met mijn honden wandel,
was waargenomen.. Vlak langs een pad dat ik altijd neem, dus geen excuus.
Ik ging meteen zoeken, maar kon het niet vinden. Pas een jaar later lukte het!
Sinds twee jaar help ik mee met het inventariseren van dit vlindertje. En nu begin ik er ‘oog’ voor te
krijgen. Gelukkig!

Mei 2019

vrijdag 23 augustus 2019

Rotte pruimen

Atalanta steekt zijn/haar tong in een rotte pruim


Netjes is nooit een doel in mijn leven geweest. Gelukkig maar, het scheelt een hoop kostbare tijd en
levert veel wildlife op in huis, tuin en keuken. 
Zo is er in mijn rommelige tuin altijd iets te zien! Onder de fruitbomen liggen nu veel afgevallen pruimen,
met butsen en gaten, rottend, gescheurd of door een schoen tot moes getrapt. Een magneet voor vliegen
en wespen. Menigeen zou het zover niet laten komen en de boel in de groenbak kieperen.
Maar dan loop je de atalanta’s mis! Daarvan vliegen er vaak vijf, zes of nog meer op als ik onder de
pruimenboom doorloop. Zij feest, ik ook!

Augustus 2019

woensdag 21 augustus 2019

Vloekende vlinders

Vloekende distelvlinder


De heide bloeit. Het zoemt van de bijen en er fladderen tientallen atalanta’s en distelvlinders rond.
Het lijkt een idylle maar dat is het niet. Libellen scheren over de heide, op jacht naar kleine insecten.
Ook onder de ogenschijnlijk toch zo lieve vlinders botert het niet helemaal. De distelvlinders jagen
de atalanta’s weg als ze te dicht in de buurt komen. Terwijl er toch bloemen genoeg zijn… 
En als de rust dan is weder gekeerd en beide vlinders neerstrijken op een ‘eigen’ heidetak, hun tongen
één voor één in de kleine bloempjes dopend, is het nog steeds de schijn die bedriegt. Deze atalanta’s en
distelvlinders zijn trekvlinders. Ze hebben een lange reis voor de boeg naar Spanje of Marokko.
Misschien komen ze zelfs al uit Scandinavië gefladderd. Dit heideveld is een tankstation, geen pretpark.
Het genoegen is dus geheel mijnerzijds, mens, toeschouwer, buitenstaander, buitenmens. Zoemende
heide, fladderende vlinders: ik geniet van de overweldigende rust! Ik maak foto’s van de bijtankende
vlinders. Tevreden over het resultaat laat ik ze ‘s avonds aan J zien. “Vind je de foto’s niet wat onrustig
met al die heideplanten op de achtergrond?”, vraagt hij. En ook: “Die kleuren van de vlinders vloeken
nogal met het roze van de heide”!


Augustus 2019

Vloekende atalanta

dinsdag 30 juli 2019

Vrij zeldzaam



Zwart weeskind poseert onder een petrischaal voor de foto


Als ik de lampen uit en ramen dicht wil doen om naar bed te gaan, fladdert een grote vlinder de keuken
in. Hij (of zij) vliegt een poos langzaam heen en weer door de keuken. Ik zou hem met mijn handen
kunnen vangen, maar dat doe ik niet. Ik wil de vleugels niet beschadigen. Uiteindelijk landt hij op een
raam. Gevangen onder een glas kan ik mijn nieuw ‘huisvlinder’ goed bekijken. 
Het is een zwart weeskind. Voor sommigen ‘gewoon een grote bruine mot’, maar volgens de
nachtvlindergids is hij vrij zeldzaam. Dit nieuws veroorzaakt wel wat opwinding bij mij. Toegegeven, ik
hou van kleurtjes, maar nu ik opeens een ‘vrij zeldzame’ vlinder in huis heb, vind ik dat bruin met zwarte
wel zo chique. 
Ik lees dat het zwart weeskind vooral voorkwam in het Geul- en Gulpdal en dat hij zich de laatste jaren
heeft uitgebreid naar het noorden en westen van Nederland. Hij houdt van bossen en struwelen langs
rivieren of moerassen. Dan is deze behoorlijk verdwaald! 
De andere vier waarnemingen vandaag van deze soort, gemeld op waarneming.nl, waren in Zeeland (3x)
en Zuid-Limburg. Ik voel een lichte trots, misplaatst natuurlijk, want ik heb er -op mijn bijdrage aan de
klimaatopwarming na- zelf niks voor hoeven doen. Aan de meeste bijzondere waarnemingen is jarenlang
wandelen, zoeken, kijken en leren vooraf gegaan. Deze is mij als het ware in de schoot geworpen.
Ik leg het deksel van een glazen petrischaal over de inmiddels rustig geworden vlinder om er een paar
foto’s van te kunnen maken en laat hem dan de donkere nacht in fladderen.


29 juli 2019

zaterdag 15 juni 2019

Nachtleven


Ik heb me dit voorjaar in het nachtleven gestort. Ik help bijvoorbeeld mee met het tellen van
ransuilnesten. Met een vergunning van Natuurmonumenten op zak mag je dan na zonsopgang de
Loonse en Drunense duinen in. Zoveel mogelijk zonder zaklamp lopen we door het bos met de oren
gespitst. Jonge hongerige ransuilen zitten ongeduldig in de buurt van het nest in een boom te wachten
tot een van de ouders een muis komt brengen. Om niet over het hoofd gezien te worden roepen ze
regelmatig: het geluid klinkt als een piepende deur. Ieieieieieieieiep! We hebben al vier nesten
gevonden, maar de bijvangst is minstens zo leuk! Jonge bosuiltjes (die weer een ander gepiep laten
horen, meer als een knarsende scharnier), nachtzwaluwen, kieviten, wulpen en een heleboel geritsel
en gekraak om ons heen. Ik heb voor het eerst van mijn leven een das gezien en jonge vosjes!
Maar ik dwaal af: de vlinders. Een keer per maand ga ik met een groepje nachtvlinderkenners (ik ga
mee voor de gezelligheid) in de Kampina nachtvlinders kijken. Er landt van alles op het laken, voor
mij allemaal eerste-keren. Zoveel nieuwe namen, dat ga ik ook niet onthouden. Maar de nachtpauwoog
vergeet ik nooit meer.

Juni 2019

dinsdag 7 mei 2019

Neerslag


Rups aan een zijden draadje


Vandaag verscheen een rapport van de VN dat stelt dat het heel slecht gaat met de biodiversiteit
wereldwijd en dat er heel snel iets moet gebeuren.
Heel snel. Hm.
De afgelopen maanden is er, voor wie daar gevoelig voor is, nog meer slecht natuurnieuws over ons
neergedaald. Zo was te lezen dat het slecht gaat met de rode regenworm in de weilanden. Dat er
allerlei restanten van bestrijdingsmiddelen in koeienpoep zit, ook bij biologische bedrijven. Dat ook
in het oppervlaktewater te hoge concentraties van bestrijdingsmiddelen zitten (en dat daar nauwelijks
toezicht op is). Dat het afschieten van de ruim 1800 edelherten in de Oostvaardersplassen volgens
plan verloopt. Dat er 80% minder vlinders zijn sinds 1890.
Enige goede natuurnieuws: er hebben zich drie wolven gevestigd in de Veluwe.


Zo ben ik door de koude, donkere maanden gehobbeld.


Ander nieuwtje van vandaag: ik hoorde de rupsenpoep als een zachte regen tik-tik-tik op de bladeren
vallen.




6 mei 2019