Boven- en onderkant van een vleugel van de nachtpauwoog
In het zand ligt een vlindervleugeltje, en wat voor een vleugel! Het oog staart me aan…
De vleugel van een nachtpauwoog, de linker voorvleugel van een mannetje om precies te zijn (vrouwtjes
zijn grijzer van kleur). Het lijfje is opgepeuzeld door een vogel of vleermuis misschien. Dat is een flinke
hap geweest: een nachtpauwoog is een grote nachtvlinder die zonder mond toekan, omdat alle
reserves in het lijf zijn opgeslagen.
zijn grijzer van kleur). Het lijfje is opgepeuzeld door een vogel of vleermuis misschien. Dat is een flinke
hap geweest: een nachtpauwoog is een grote nachtvlinder die zonder mond toekan, omdat alle
reserves in het lijf zijn opgeslagen.
De éérste keer dat ik een nachtpauwoog zie!!! Nou ja, niet in levende lijve, maar een kwart ervan.
Dat doet me denken aan een verhaal van Toon Tellegen.
“Als ik jarig ben, dacht de nachtpauwoog, dan bak ik taarten die nog nooit iemand heeft gebakken
en dan nodig ik alleen heel bijzondere dieren uit die nog nooit iemand heeft uitgenodigd [...] Maar
plotseling fronste hij zijn voorhoofd en dacht: bijzondere dieren vinden misschien wel niets
bijzonder… Hij zag de smaragdhagedis al voor zich: noem je dát een bijzondere taart,
nachtpauwoog [...] Het was een onverdraaglijke gedachte. Wat een gewone verjaardag! zouden
ze roepen: de coelacant, de ocelot, de scarabee en de opossum [...]
en dan nodig ik alleen heel bijzondere dieren uit die nog nooit iemand heeft uitgenodigd [...] Maar
plotseling fronste hij zijn voorhoofd en dacht: bijzondere dieren vinden misschien wel niets
bijzonder… Hij zag de smaragdhagedis al voor zich: noem je dát een bijzondere taart,
nachtpauwoog [...] Het was een onverdraaglijke gedachte. Wat een gewone verjaardag! zouden
ze roepen: de coelacant, de ocelot, de scarabee en de opossum [...]
Na lang nadenken bakte de nachtpauwoog geen taart en nodigde niemand uit voor zijn verjaardag. Hij
deed iets anders:
deed iets anders:
“[Hij] schreef op een van zijn vleugels ‘Aan niemand’, vouwde zich in vieren en gooide zichzelf in
de lucht. Zo, dacht hij toen, ik vier mijn verjaardag als een brief. En niemand, niemand weet wat
er in mij staat. De wind greep hem onmiddellijk beet en blies hem omhoog.”
de lucht. Zo, dacht hij toen, ik vier mijn verjaardag als een brief. En niemand, niemand weet wat
er in mij staat. De wind greep hem onmiddellijk beet en blies hem omhoog.”
Zo dwarrelde hij rond boven het bos.
“Dit is een hele bijzondere verjaardag, dacht hij [...] Als ze zeggen: o ja, zo’n verjaardag... die heb
ik zo vaak gevierd… dan geloof ik ze niet, dacht hij. Dubbelgevouwen misschien. Maar niet in
vieren!
ik zo vaak gevierd… dan geloof ik ze niet, dacht hij. Dubbelgevouwen misschien. Maar niet in
vieren!
Daar moest ik opeens aan denken. Door dat vierendelen.
En die zucht naar iets bijzonders, waarmee sommige vlinderliefhebbers -zoals ik- behept zijn...
En die zucht naar iets bijzonders, waarmee sommige vlinderliefhebbers -zoals ik- behept zijn...
April 2020
Het verhaal van de nachtpauwoog komt uit ‘Misschien wisten zij alles’ van Toon Tellegen.