maandag 24 augustus 2015

De vlinder is gevlogen

"From cocoon forth a butterfly 
As lady from her door (...)"
Emily Dickinson


Toen mijn kinderen klein waren, heb ik eens koolwitjes-rupsen van de boerenkool in mijn moestuin geplukt en ze in een afgedekt aquarium gezet met de restanten van de kool. Ik dacht de kindjes een leuke introductie in de natuur te kunnen geven, en de rupsen een onbezorgde jeugd en metamorfose. Toen de rupsen groot en mollig waren als puppy's, trokken ze zich terug in de hoeken van het aquarium, of hingen aan het doek waarmee de bak was afgedekt, en terwijl de kinderen zich terecht afvroegen of ze dood gingen, legde ik hen het grote wonder van de metamorfose uit, alsof ik het over een vlinderhemel had. Hun ogen gingen niet glimmen bij dit verhaal. Wat erger was: de verstilde rupsen veranderden niet zoals ik had voorspeld in poppen, maar gingen er allengs wat uitgelubberd uitzien. Het kwam toch wel als een schok, toen er kleine beestjes uit de rupsen kropen. Geen enkele rups ontkwam aan dit lot. Na wat speuren in de boeken kon ik uitleggen dat er sluipwespenlarfjes in het rupsenlijf ontpopt waren tot volwassen en, als je goed kijkt, o zo sierlijke sluipwespen en dat er dus daadwerkelijk een metamorfose had plaatsgevonden, zij het van een soort dat de meeste dieren (mensen dus ook) na hun heengaan overkomt. Maar bij mijn kinderen leek een pril gevoel van verwondering over de schepping in het algemeen (sommigen noemen dit spiritualiteit) en de schepselen der natuur in het bijzonder, definitief de grond in geboord. Of nou ja, zo'n verhaal als dit, dat zich vlot laat vertellen, roept zo'n lekker simpele a-leidt-tot-b verklaring op. Maar misschien was het toen al zo, dat ik dat allemaal leuk, spannend en wonderlijk vond, en zij allemaal wat minder.

Zelf blijf ik geboeid en verwonderd door de natuur. Maar sindsdien hoopte ik wel een keer een metamorfose van rups naar vlinder te mogen aanschouwen.

Een week geleden was het zover: ik vond een pop van een vlinder. Dat was geen prestatie, want hij (het Engelse onzijdige 'it' zou hier gepaster zijn) hing voor mij exact op ooghoogte aan het kozijn van de keukendeur, waarlangs ik vele keren per dag naar buiten loop om kippen te voeren, honden uit te laten, bramen of bloemen te plukken, onkruid te wieden, boodschappen te doen of iets te oogsten voor soep of sla. Eigenlijk hing hij binnen, maar het is een tweedelige deur die in de zomer overdag altijd openstaat. Een witte pop met zwarte spikkeltjes, het huidje van de laatste vervelling hing verfrommeld eronder. Na raadpleging van Google Afbeeldingen gok ik erop dat het de pop van een groot koolwitje is. Toen mijn oog eenmaal op de pop was gevallen, vond ik dat hij daar best wel opvallend hing tegen het groen van het kozijn. Maar ik weet hoe die dingen gaan: best mogelijk dat hij er al dagen hing en dat ik er al tientallen keren vlak langs was gelopen zonder hem te zien. Het is heel moeilijk om iets te zien, eigenlijk. Van mijn huisgenoten, die overigens de handicap hebben minstens een kop groter te zijn dan ik, merkte niemand de pop op.



Elke keer als ik naar buiten ging, keek ik naar de pop.... 

Maar vanmiddag zag ik dat de vlinder was gevlogen. Het huidje van de laatste vervelling was ook weg, alsof hij zijn jas weer had aangetrokken.
Nu vraag ik me alsmaar af: heb ik vanmorgen, toen ik er een paar keer langs ben gelopen, wel góed ernaar gekeken? Misschien zat hij daar, de vlinder, met gekreukte, trillende vleugels, en liep ik erlangs met een hoofd vol gedachten en ogen die niets zagen.





From cocoon forth a butterfly / as lady from her door



Zomer 2015

Het volledige gedicht van Emily Dickinson is te vinden op www.bartleby.com/113/2007.html





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik vind het leuk als je een bericht achterlaat!